“FIETSEN TUSSEN MAAN EN VULKAAN”
Fietsen tussen maan en vulkaan 2000 km in ongure omstandigheden rond IJsland.
Hieronder een fragment uit dit boek…
Het zonnetje is er, de regen is gestopt! Er drijven schapewolkjes voorbij. Wat een luxe, we kunnen eindelijk weer een kopje warme koffie maken. Het doet er niet toe dat het brood oud en hard is. We hebben honger, het belangrijkste is dat onze maag gevuld wordt. We schudden al onze spullen uit want het fijne zand zit werkelijk overal tussen. Met nieuwe moed bestijgen we onze onvermoeibare rossen. De volgende veertig kilometer gaan verder door de desolate woestijn. Daarna wordt de weg iets steniger maar wel weer fietsbaar. Vandaag is enkel de wind van de partij, hij zit dan ook ferm tegen. Op de kaart zien we een binnenweg, een verkorting van ongeveer twintig kilometer. De weg is afgezet. Toch zien we een motorspoor. We twijfelen even om deze weg te nemen, er zal wel reden zijn waarom er hier een afsluiting staat. Maar als het per motor lukt dan kan het met een fiets zeker!
Al vlug zien we de reden; een deel van het pad is weggespoeld. Een diepe gracht van drie meter breed vormt een plotse leegte in de weg. Het is mogelijk om de fietsen er door te duwen. Deze keer geen rivieren, maar putten en rotsen. Er volgen nog drie zo’n bressen. Wat voor een buitenaardse kracht moet deze weg zomaar weggespoeld hebben! Onze polsen doen pijn van het onophoudelijk schokken, wat zou een verende fietsvork hier handig zijn. Er is één probleempje, we hebben nog één pak koekjes én Isabelle haar water is allemaal op. Ik heb slechts een halve bidon water. In tegenstelling tot de rest van IJsland vinden we hier geen kolkende rivieren! Dit is de woestijn! We leggen ons een rantsoenering op. Elk halfuur een kleine slok water en twee koekjes. We rekenen uit dat we dit nog zo’n vier uur kunnen volhouden. Het zal nipt worden. De volgende overnachtingsplaats, Leirubaki, is ongeveer vijftig kilometer verder…